Preek van Tim Keller (uit april 1998) gehouden in Redeemer Presbyterian Church New York.
Galaten 5:16-18,22-25
|
Samenvatting
Hoe verander je als Christen? In Galaten gaat het over vrucht van de Geest. Eén vrucht die uit een hele rij mooie
eigenschappen bestaat (vers 22-23). De condities voor groei kun je beïnvloeden
door je (heftige) verlangens naar andere dingen te kruisigen en te verlangen
naar de Geest. De groei zelf vindt plaats door de Geest die als een soort van
bruidsjonker Jezus en jou aan elkaar koppelt. Wij zijn immers de bruid van
Christus. Als je je eigen verlangens niet volgt en je richt op Jezus ontstaat
er een groei door Hem - van binnenuit – geleidelijk, maar onontkoombaar.
Enkele kerncitaten:
“Het is dus mogelijk dat je allerlei goede dingen doet en dat
je talenten door de Geest worden gebruikt voor
anderen terwijl je zelf onaangetast blijft. Dan zeg je misschien wel: “moet
je kijken wat er door mij allemaal verandert in het leven van anderen” maar
intussen blijft je eigen hart onveranderd.”
“échte vrede van God is er altijd, maar de vrede die je zelf
hebt gemaakt gaat vroeg of laat aan stukken.”
“Veel mensen denken dat ze goed zijn in zelfbeheersing. Maar
het lukt je nooit om jezelf echt te beheersen. Wat pas echt zelfbeheersing
veroorzaakt is vreugde.”
“De Geest weet als geen ander hoe mooi Jezus is en houdt
niet op tegen ons te zeggen: de enige reden waarom jij zo jaloers, ongeduldig,
losbandig etc. blijft is dat je niet ziet hoe mooi Jezus is!”
Inleiding
Dit is een belangrijk tekstgedeelte over verandering. Het
gaat over de radicale, diepe, blijvende verandering die veroorzaakt wordt door het ware geloof in
Christus, het evangelie en de heilige Geest. In Efeziërs 4 en 5 staat een
paralleltekst die hier ook over gaat. In deze preek gaat het er om dat het
nodig is om het wezenlijke karakter van christelijke verandering te begrijpen,
het patroon van die verandering en het proces er van.
Wat echte christelijke verandering is en hoe die verandering
plaatsvindt, is af te leiden uit de korte en zeer bekende term: vrucht van de Geest. Met die term leert
de Bijbel ons hoe groei plaatsvindt. Dit
is op te splitsen in vier verschillende aspecten:
1.
Groei verloopt geleidelijk
2.
Groei is onontkoombaar
3.
Groei komt van binnenuit
4.
Groei vindt symmetrisch plaats
1. Groei verloopt geleidelijk
Vers 22 heeft het over de ‘Vrucht van de Geest’. Waarom zegt
Paulus ‘Vrucht’ en niet ‘Eigenschap’ of ‘Karakteristiek’? Hij kiest expres een
woord dat doet denken aan de groei van planten. Dat komt op veel meer plaatsen
voor in de Bijbel zoals in Psalm 1 en 1 Petrus 1. Christelijke groei is
vergelijkbaar met botanische groei omdat het geleidelijk verloopt zoals bij een
bloem of een aardappel. Je ziet botanische groei niet, maar je weet wel dat het
gebeurt. Het gaat zo langzaam dat je het niet ziet.
Wat betekent dit in de praktijk als het gaat over groei van liefde,
vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid
en zelfbeheersing? Wees geduldig als je naar die groei kijkt. Je ziet het niet
in 1 dag veranderen. Er zijn natuurlijk wel seizoenen net als bij vruchtbomen
bijvoorbeeld. In sommige seizoenen gaat de groei snel en is het verschil goed
te zien terwijl je bijvoorbeeld in de wintertijd niets ziet, maar de boom door
de jaren heen wel sterker wordt en meer vrucht begint te dragen.
De groei in al die genoemde mooie vruchten gaat geleidelijk
en verloopt mysterieus. Het is nooit zo snel dat je het ‘live’ ziet veranderen.
Dit gegeven is goed om je te realiseren als we bezig zijn met getuigenissen
binnen onze gemeente. Wij (Tim en zijn
vrouw) zijn er beducht voor dat de getuigenissen de opbouw moeten hebben op de
manier van ‘Kijk: ik deed eerst zus en zo en nu is dat voorbij door de genade
van God’. We moeten ons daar niet op blindstaren alsof het een norm is. Na het groeiseizoen
bij zo’n persoon kan het zijn dat je een tijd geen groei ziet. Groei voel je ook
niet, ook al kan je de gevolgen van groei wel voelen (groeipijnen). Je kunt groei wel meten.
Neem bijvoorbeeld een jongen van 16 die dit jaar sneller de
100 meter loopt dan vorig jaar. Als hij op stoel zit en je vraagt hem “Voel je
je sneller dan precies een jaar geleden?” zal hij ‘Nee’ zeggen. Maar hij is wel sneller en dat zie je als het
getest wordt in de praktijk. En dat is ook zo bij onze geestelijke groei: je
kunt nooit zeggen of en hoe je gegroeid bent tot het moment dat er een
moeilijkheid op je pad komt en je merkt dat je er heel anders mee om kunt gaan
dan een paar jaar geleden.
2. Groei is onontkoombaar
Christelijke groei is niet zomaar groei, maar ontstaat uit ‘onvergankelijk
zaad: Gods levende altijd blijvende woord’ (1 Pt. 1,23). Je zult je minder zorgen maken en je zult meer geduld tonen. Het kan niet anders, het moet. In Italië is
er een begraafplaats waar een eikenboom dwars door een grafsteen is gegroeid. Stel
je voor! Een eikel en een loodzware stenen grafsteen. Toch is de eikel
uitgegroeid tot een boom die zo sterk werd dat hij de steen liet splijten.
[vert.: op internet zijn foto’s van dergelijke situaties te vinden zoals bijv.
deze: deze
link. ]. Als botanische groei al
zo’n kracht heeft, welke kracht heeft de Heilige Geest dan wel niet in jou!
Want het gaat bij ons niet zomaar om vruchten, maar om vruchten van de Geest.
En als die Geest in jou leven is, dan zul
je veranderen. Echt geloof in God zal
onontkoombaar leiden tot groei. Stel jezelf eens deze moeilijke vraag: welke
verandering zie jij bij jezelf? Nee, vraag het niet aan jezelf, maar schakel
een vriend(in) in en vraag diegene welke veranderingen hij of zij bij jou ziet
vergeleken met een tijd geleden. Misschien ben je al heel lang christen en nog
steeds kun je geen geheimen bewaren, ben je jaloers , ben je niet betrouwbaar
in vriendschappen (en hebt er daardoor weinig). Misschien heb je wel dat
donkere stuk van een nare zonde in je waarover je met niemand gepraat hebt. Als
je niet verandert kun je niet merken dat je een christen bent. Maar vergeet
tegelijkertijd niet: het gaat geleidelijk. Denk aan die eikel die misschien wel
een lange tijd onder die grafsteen lag voordat hij zichtbaar werd, maar hij
groeide wel!
Pas op dat je niet negatief over jezelf en je groei gaat
doen. Vergeet niet dat je over de Geest van God praat! Als die in jou leeft dan
zul je vruchten gaan voortbrengen.
3. Groei komt van binnenuit
Groei komt van binnenuit. Wat is nu een vrucht van de Geest?
Intelligentie? Dansen? Leiderschap? Charisma? Om dat te snappen kijken we eerst
naar hoe groei plaatsvindt.
Er is een verschil tussen mechanische groei en organische
groei. Externe mechanische groei en
interne organische groei zijn heel verschillend. Denk eens aan een stapel
stenen waar je stenen bij gooit. De stapel groeit daardoor, maar dat is geen
organische groei. De stapel groeit wel, maar alleen maar qua grootte. Het wordt
niet complexer of beter. Dit is niet de manier waarop een kind groeit of een
vrucht. Zo’n groei is mechanisch van aard en heeft niets met leven te maken.
Voor zowel Maarten Luther als John Wesley geldt: beiden
waren voor een wedergeboorte al jarenlang heel actief religieus. In die eerste
periode van hun leven onderwezen ze de Bijbel aan anderen, schreven Bijbelcommentaren,
hielpen de armen, deden goede dingen etc.
Ze waren bezig met groei van
anderen, maar ze groeiden zelf niet.
In het bekende 1 Kor. 13 gaat het ook over mechanische groei tegenover
organische groei. Er staat “al zou ik …” en dan komt er een lijst goede
daden. Dat kun je allemaal doen, maar
zonder liefde zou het niets zijn. De liefde is geduldig, niet jaloers, niet
gericht op het eigen ego, niet boos, niet vergeldend etc. Het is dus mogelijk dat je allerlei goede
dingen doet en dat je talenten door de Geest worden gebruikt voor anderen terwijl je zelf onaangetast
blijft. Dan zeg je misschien wel: “moet je kijken wat er door mij allemaal
verandert in het leven van anderen” maar intussen blijft je eigen hart
onveranderd.
Ook in Matth. 7 gaat het hierover als Jezus zegt: je heb al
die goede dingen wel gedaan en je zegt dat je het in mijn naam deed, maar je
deed het niet voor mij. Wees dus gewaarschuwd: als andere mensen door jouw
leven veranderen maar jouw leven
verandert niet: vlucht dan naar Hem. Velen bewonderen jou misschien wel om wat
jij in hun levens doet, maar dat staat hier niet als vrucht van de Geest in
jou. Als anderen door jou veranderen is dat niet jouw vrucht, maar hun eigen
vrucht door het werk van de Geest. Als anderen veranderen maar jij zelf niet,
weet je niet eens of je christen bent. Echte christelijke verandering zit van
binnen: in jou!
4. Groei vindt symmetrisch plaats
Dit vierde punt lijkt misschien wat lastig, maar is wel heel
belangrijk om te begrijpen. Om te beginnen kijken we naar het stukje tekst ‘de
vrucht van de Geest is….’ en dan volgt er een hele lijst. Dat lijkt
raar. ‘Vrucht’ en ‘is’ zijn enkelvoud en vervolgens komt er een hele waslijst.
Wat Paulus hiermee aangeeft is dat het niet maar losstaande vruchten zijn, maar
het gaat over één vrucht, namelijk dat al die eigenschappen gelijktijdig en in symmetrie opgroeien.
Jonathan Edwards (1703-1758) schreef jaren geleden hierover:
“er is een onlosmakelijke aaneenschakeling van de Christelijke
genadegaven”. In nieuwe uitgaven van het
boek heeft men dat simpeler vertaald als ‘er is een relatie tussen de
genadegaven’ omdat men dacht dat Edwards een ouderwets woord gebruikte. Maar dat klopt niet met de rest van het boek.
Hij schrijft namelijk hoe je kunt weten of een karakterverandering echt is. Hoe
je kunt zien of er sprake is van échte “liefde, vreugde, vrede, geduld,
vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid of zelfbeheersing” of dat
het gaat om iets kunstmatigs, om namaak, om iets tijdelijks of om iets wat
gewoon in je aanleg zit. Als het echte Geestelijke groei is zullen deze dingen
altijd en absoluut aaneengeschakeld
zijn – met elkaar vervlochten.
Wat heeft dat dan voor betekenis? Drie punten:
1.
Al deze genadegaven horen bij elkaar. Neem
bijvoorbeeld ‘vrede’ en ‘nederigheid’. Stel dat jij een trots mens bent en je lijkt vredig te zijn. Wat
is vredig: als je geen zorgen en angsten hebt. Als jij trots bent, maar tegelijk ook vredig,
dan is die vredigheid namaak! Want echte vrede gaat altijd met nederigheid
gepaard. Hoe zit dat precies? De vrede die komt van de Geest is een vrede die
voortkomt uit nederigheid. Want je zorgen maken is een soort van
hooghartigheid: je weigert je nederige positie ten opzichte van God te
erkennen. In Jacobus 4,13.14 staat: “Dan iets voor u die zegt: ‘Vandaag of
morgen gaan wij naar die en die stad. Daar blijven we een jaar, we zullen er
handeldrijven en geld verdienen.’ 14 U weet niet eens hoe uw leven
er morgen uitziet”. En dat is de
arrogantie: dat je denkt het te weten. En dat geldt ook voor angst: als je
angstig bent denk je zeker te weten hoe je leven moet lopen (en vooral ook niet
zou moeten lopen). De vrede van God komt voort uit nederigheid waarin je zegt
‘God, U weet wat ik werkelijk nodig hebt en weet wat er moet gebeuren. Ik weet
het niet. Ik ben uw kind en leg mijn leven in uw handen en daarom maak ik me
geen zorgen’.
Dus: echte vrede en echte nederigheid horen altijd samen op te gaan. Vrede zonder nederigheid is namaak: daarin zeg je niet ‘wat God doet is goed’, maar ‘ik heb zelf de goede keuzes gemaakt, ik ben een goed mens, ik heb de juiste baan, ik zit op de juiste school’. In andere woorden: échte vrede van God is er altijd, maar de vrede die je zelf hebt gemaakt gaat vroeg of laat aan stukken. In 1 Joh 4.20 staat “Als iemand zegt: ‘Ik heb God lief,’ maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar.” Er staat niet dat je dan niet ‘in balans’ bent als je God zegt lief te hebben maar je broeder of zuster haat, maar er staat echt dat je dan ‘een leugenaar’ bent.
Dit wil zeggen: als je niet alle genadegaven hebt heb je er geen een en is het namaak.
Dus: echte vrede en echte nederigheid horen altijd samen op te gaan. Vrede zonder nederigheid is namaak: daarin zeg je niet ‘wat God doet is goed’, maar ‘ik heb zelf de goede keuzes gemaakt, ik ben een goed mens, ik heb de juiste baan, ik zit op de juiste school’. In andere woorden: échte vrede van God is er altijd, maar de vrede die je zelf hebt gemaakt gaat vroeg of laat aan stukken. In 1 Joh 4.20 staat “Als iemand zegt: ‘Ik heb God lief,’ maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar.” Er staat niet dat je dan niet ‘in balans’ bent als je God zegt lief te hebben maar je broeder of zuster haat, maar er staat echt dat je dan ‘een leugenaar’ bent.
Dit wil zeggen: als je niet alle genadegaven hebt heb je er geen een en is het namaak.
2.
Een ander voorbeeld: sommigen van jullie zijn
heel zachtmoedig, maar niet moedig. Trouw zijn betekent dat je loyaal bent en
moedig. Moedig? Sommigen van jullie zijn echte lieverds en zo kennen de mensen
jullie ook, maar je hebt geen moed. Je bent zo zachtmoedig dat je niemand zult
willen pijn doen. En als het er dan echt op aankomt in een moeilijke situatie
heb je geen moed en blijkt je trouw ook weg te zijn. Dat is een gebrek aan
liefde en het is heel zelfzuchtig. Echte zachtmoedigheid hoort samen te gaan
met trouw maar ook met moed.
3.
De genadegaven zijn aan elkaar verbonden, maar
het gaat zelfs nog wat dieper: ze komen niet alleen tegelijk, ze zijn ook
onderling afhankelijk van elkaar. Een voorbeeld: veel mensen denken dat ze goed
zijn in zelfbeheersing. Maar het lukt je nooit om jezelf echt te beheersen. Wat
pas echt zelfbeheersing veroorzaakt is vreugde. De reden waarom je verslaafd
raakt aan iets is omdat je geen vreugde voelt. Of vanuit een andere genadegave
bezien: vaak is zelfbeheersing niet het gevolg van vreugde maar van trots (het
tegenovergestelde van nederigheid). Neem bijvoorbeeld het feit dat sommige
mannen hun verdriet niet laten zien; niet huilen. Dat kan voorkomen uit trots: ‘échte mannen
huilen niet, je bent toch geen meid!’. Hoe werkt het dan? Je voelt je dan
superieur aan vrouwen.
Zo kun je alle genadegaven stuk voor stuk bij langs gaan en hangen ze allemaal samen. Vrede en vreugde gaan bijv. samen met oprechtheid. Iemand die altijd dezelfde is en zich niet in het ene gezelschap heel anders voordoet dan bij anderen is oprecht. Waar komt dat vandaan? Die persoon kent een vreugde die er altijd is waardoor hij niet afhankelijk is van menselijke goedkeuring.
Kijk eens naar jezelf: ben jij iemand die niet snel oordeelt en klaar staat voor anderen? Komt je vriendelijkheid voort uit vreugde of weet je van jezelf dat je om je eigen geweten te sussen de ander helpt? Of een ander voorbeeld: ben jij iemand die heel tevreden is met zijn leven? Als je echter wel ongeduldig en onvriendelijk bent, waar komt die tevredenheid dan vandaan? Zodra er tegenslagen komen verdwijnen je eigen opgebouwde ‘genadegaven’.
Een laatste voorbeeld: sommige mensen zijn heel cynisch of naïef. Ze zeggen bij tegenslagen: ‘waarom moet zo iets gebeuren’ of ‘waarom moet MIJ dat nu weer overkomen’. Dat is een gebrek aan nederigheid.
Zo kun je alle genadegaven stuk voor stuk bij langs gaan en hangen ze allemaal samen. Vrede en vreugde gaan bijv. samen met oprechtheid. Iemand die altijd dezelfde is en zich niet in het ene gezelschap heel anders voordoet dan bij anderen is oprecht. Waar komt dat vandaan? Die persoon kent een vreugde die er altijd is waardoor hij niet afhankelijk is van menselijke goedkeuring.
Kijk eens naar jezelf: ben jij iemand die niet snel oordeelt en klaar staat voor anderen? Komt je vriendelijkheid voort uit vreugde of weet je van jezelf dat je om je eigen geweten te sussen de ander helpt? Of een ander voorbeeld: ben jij iemand die heel tevreden is met zijn leven? Als je echter wel ongeduldig en onvriendelijk bent, waar komt die tevredenheid dan vandaan? Zodra er tegenslagen komen verdwijnen je eigen opgebouwde ‘genadegaven’.
Een laatste voorbeeld: sommige mensen zijn heel cynisch of naïef. Ze zeggen bij tegenslagen: ‘waarom moet zo iets gebeuren’ of ‘waarom moet MIJ dat nu weer overkomen’. Dat is een gebrek aan nederigheid.
Tot slot: Hoe bereik je die groei, hoe verander je nu echt?
Hoe bereik je dit nu eigenlijk? Als jij avondmaal viert en
je vraagt je af: zie ik deze groei van al die genadegaven in mijn leven plaatsvinden?
Als je groei ziet: vier dat feit dat je de groei door de Geest ziet
plaatsvinden. Als het niet zo is, vraag je dan eens af: ik zou zo graag willen
groeien maar het lukt me niet. Wat moet ik doen?
Twee dingen als je wilt groeien in genadegaven: Kruisigen en
Verlangen.
a)
Kruisigen
wat voor jou zo belangrijk is: In vers 24 en 25 staat: “Wie Christus Jezus
toebehoort, heeft zijn eigen natuur met alle hartstocht en begeerte aan het
kruis geslagen. 25 Wanneer de Geest ons leven leidt, laten we dan
ook de richting volgen die de Geest ons wijst. ” en in vers 17: “Wat wij uit
onszelf najagen is in strijd met de Geest, en wat de Geest verlangt is in
strijd met onszelf.”
Je ziet dat in Romeinen 8, in Kolossenzen 3, in Hebreeën 12 en hier ook weer: echte groei komt altijd in tweeën: Kruisigen en Verlangen. Wat moet je kruisigen? Allerlei zonden? Nee, het echte probleem in je leven is dat je sommige dingen veel te graag wilt! Dat je allerlei ‘hartstochten en begeerten’ hebt – dingen die je ontzettend graag wilt. Zoek die dingen in je leven die té belangrijk voor je zijn. Zelfs belangrijker dan Jezus zelf! Zo belangrijk dat ze de ‘werken van het vlees’ in je voortbrengen (zie de lange lijst in vers 19 en 20: ontucht, zedeloosheid en losbandigheid, afgoderij en toverij, vijandschap, tweespalt, jaloezie en woede, gekonkel, geruzie en rivaliteit, afgunst, bras- en slemppartijen, en nog meer van dat soort dingen)
Je ziet dat in Romeinen 8, in Kolossenzen 3, in Hebreeën 12 en hier ook weer: echte groei komt altijd in tweeën: Kruisigen en Verlangen. Wat moet je kruisigen? Allerlei zonden? Nee, het echte probleem in je leven is dat je sommige dingen veel te graag wilt! Dat je allerlei ‘hartstochten en begeerten’ hebt – dingen die je ontzettend graag wilt. Zoek die dingen in je leven die té belangrijk voor je zijn. Zelfs belangrijker dan Jezus zelf! Zo belangrijk dat ze de ‘werken van het vlees’ in je voortbrengen (zie de lange lijst in vers 19 en 20: ontucht, zedeloosheid en losbandigheid, afgoderij en toverij, vijandschap, tweespalt, jaloezie en woede, gekonkel, geruzie en rivaliteit, afgunst, bras- en slemppartijen, en nog meer van dat soort dingen)
b)
Verlangen
naar Jezus. Er staat: ‘laat je leiden door de Geest’. Wat betekent dat? In vers 17 staat “Wat wij
uit onszelf najagen is in strijd met de Geest, en wat de Geest verlangt is in
strijd met onszelf. Het een gaat in tegen het ander, dus u kunt niet doen wat u
maar wilt.” Het woord dat er staat als ‘verlangen’ is een sterke vorm van
verlangen, ook wel ‘najagen’, ‘begeerte’, ‘wellust’. Dus ons sterke verlangen staat tegenover een
ander sterk verlangen namelijk dat
van de Geest. En wat verlangt de Geest? De Geest heeft Jezus lief. Hij heeft
als het ware ‘zijn hele kamer volgeplakt met posters van Jezus’. De Geest is
dicht bij Jezus. De Bijbel gebruikt daar woorden voor die ons helpen te zien
zoals het is: Wij zijn de bruid! Jezus
is de bruidegom. En de Geest? Die is de
bruidsjonker/het bruidsmeisje. De Geest is degene die ons samenbracht (dus
Jezus en jou) en die zegt: ‘Kijk eens hoe mooi hij/zij is!’. De Geest weet als
geen ander hoe mooi Jezus is en houdt niet op tegen ons te zeggen: de enige
reden waarom jij zo jaloers, ongeduldig, losbandig etc. blijft is dat je niet
ziet hoe mooi Jezus is!
Daarom staat er in Galaten 5 niet: “de vrucht van de Geest is … en het onkruid van het vlees is…”. Het lijkt alsof Paulus de metafoor door elkaar haalt, maar hij doet dat bewust. Waarom? Omdat de ‘werken van het vlees’ gaat over dingen die jij doet. Maar de ‘vrucht van de Geest’ is iets waar jij je voor open kunt stellen. Zoals een tuinman. Hij kan de groei van planten niet zelf uitvoeren, maar hij kan wel de juiste condities voor groei realiseren. De condities waardoor de kracht van het zaad tot bloei komt. Jij kunt jezelf niet liefdevol, vredevol, vrolijk en geduldig maken door te zeggen ‘ik ga nu zus en ik ga nu zo doen’. Wat jij kunt doen is het kruisigen van de dingen die je veel te graag wilt en je moet leren te verlangen naar Jezus. Dat is het geheim van geloven.
Daarom staat er in Galaten 5 niet: “de vrucht van de Geest is … en het onkruid van het vlees is…”. Het lijkt alsof Paulus de metafoor door elkaar haalt, maar hij doet dat bewust. Waarom? Omdat de ‘werken van het vlees’ gaat over dingen die jij doet. Maar de ‘vrucht van de Geest’ is iets waar jij je voor open kunt stellen. Zoals een tuinman. Hij kan de groei van planten niet zelf uitvoeren, maar hij kan wel de juiste condities voor groei realiseren. De condities waardoor de kracht van het zaad tot bloei komt. Jij kunt jezelf niet liefdevol, vredevol, vrolijk en geduldig maken door te zeggen ‘ik ga nu zus en ik ga nu zo doen’. Wat jij kunt doen is het kruisigen van de dingen die je veel te graag wilt en je moet leren te verlangen naar Jezus. Dat is het geheim van geloven.
De Geest en ons vlees begeren allebei.
Luister naar de Geest en je komt uit bij Jezus.
Het avondmaal dat je mag vieren is bedoeld om
Jezus zichtbaar te maken in brood en wijn. Kom tot Hem en bid “Heer wilt u
alles zijn in mijn leven”. Je hebt niet nieuwe omstandigheden en ook niet
nieuwe kennis nodig. Het enige dat je nodig hebt is dat Jezus zo aanwezig is
geworden in je leven dat al die andere verlangens in je leven minder groot
worden. En dan beginnen alle genadegaven – alle vruchten – in je leven te
groeien.
Bedankt! Kan ik erg goed gebruiken voor mijn gebedskring vanavond :D
BeantwoordenVerwijderen